De toenemende welvaart en de beschikbaarheid van allerlei soorten vervoermiddelen maakt het steeds makkelijker mogelijk om naar alle uithoeken van de wereld te reizen.
150 jaar
Toonbeelden van mobiel erfgoed
De wording van het moderne Nederland is voor een belangrijk deel toe te schrijven aan de ontwikkeling van een diversiteit aan vormen van vervoer. Deze hebben Nederland mede gemaakt tot wat het nu is. Dit gaat op voor particulier en bedrijfsmatig vervoer – door de lucht, over land en over water.
De tijdslijn laat ontwikkelingen, gebeurtenissen en aspecten in de geschiedenis van Nederland zien waarop de toonbeelden van mobiel erfgoed betrekking hebben. Toonbeelden zijn voorbeelden van vervoermiddelen die voorkomen in de vaderlandse geschiedenis en het huidige Nederland. Om deze gemakkelijk terug te vinden zijn ze grofweg in de tijd geplaatst. Meer gedetailleerde informatie vindt u bij elk toonbeeld.
Deze site is nog in ontwikkeling en wordt de komende tijd verder vervolmaakt.
Over het proces.
Over de organisatie.
Type ontwikkeling: Recreatie
Mobiliteit als recreatie
Mobiliteit is tegenwoordig niet alleen meer praktisch: het is ook een vorm van vermaak geworden. Van rallyrijden tot zweefviegen tot zeilen, er zijn vele manieren waarop de vrije tijd wordt benut.
Sport
De opkomst van snelheids- en behendigheidssporten wordt mogelijk door de toename van vrije tijd, maar ook door de ontwikkeling van nieuwe vervoermiddelen. Hiermee worden technische limieten opgezocht en verlegd. De georganiseerde, gereglementeerde en massale sportbeoefening is een relatief nieuw, twintigste-eeuws fenomeen, met regionale, nationale en later ook internationale wedstrijden.
Dagtrips
Door de toegenomen welvaart krijgen meer mensen meer vrije tijd, zoals het vrije weekend, extra vrije dagen en meer vakantiedagen. Mensen gaan meer reizen, sporten en winkelen. Voorheen kan alleen de maatschappelijke bovenlaag zich dat permitteren. Tot de jaren ’50 houdt men vooral vakantie in eigen land. Men maakt vooral dagreisjes per boot, trein en tram, later ook per fiets, auto, bus en motorfiets en – in de jaren ’50 en ’60 – ook op de brommer.